Stap voor stap
 
     
 

Op deze pagina wordt u een indruk gegeven van wat er zoal komt kijken bij de techniek "Dressuur aan de lange teugel" en op welke manier het beleren in zijn werk gaat. Hiertoe worden de stappen doorlopen zoals deze ook daadwerkelijk bij het beleren van een paard (en ruiter) worden doorlopen.

 
     
  Stap 1. Voorbereiding
 
Alvorens met de praktijk van "Dressuur aan de lange teugel" te beginnen is het goed om het een en ander te weten over de zaken die je zoal tegen zult komen bij het uitoefenen van deze techniek. Zeker als het paard nog onbeleerd is in "Dressuur aan de lange teugel", kun je bepaalde reacties verwachten. Zie hiernaast op de foto wat dus niet helemaal de bedoeling is.
     
 

Stap 2. Benodigdheden

De volgende stap is het bepalen van het benodigde en geschikte harnachement. Voor "Dressuur aan de lange teugel" is uiteraard geen zadel nodig. Voor de overige harnachement onderdelen kunnen nog diverse keuzes worden gemaakt. Ook zitten er voor- of nadelen aan bepaalde keuzes.
 
     
  Stap 3. De juiste (start)positie
 
Dan is het tijd om echt te beginnen. Hierbij is het eerste wat je tegenkomt het aannemen van de juiste positie. Bij de uitvoering van deze techniek worden door verschillende beoefenaars verschillende posities aangenomen. Maar wat is het voordeel van de ene of de andere positie en is er een voorkeur.
 

 

 
Stap 4. De eerste stappen en stoppen  

Als we eenmaal weten hoe we moeten beginnen is het tijd om weg te stappen en weer te stoppen. Dit lijkt gemakkelijker dan het is, hoewel sommige paarden natuurtalenten zijn in deze techniek. Andere paarden moeten echt even wennen en daar nemen we rustig de nodige tijd voor. In deze stap komen al direct de timing, feeling en stiptheid in het toepassen van deze techniek aan de orde.
     
  Stap 5. Linksom en rechtsom
 

Lukt het eenmaal op de ene hand dan gaan we vervolgens over op de andere hand. Voor veel paarden is dit weer volledig nieuw en beginnen we weer rustig van voor af aan. Toch zal blijken dat het merendeel van de paarden deze eerste twee stappen snel oppakt. Een andere kwaliteit die je in deze eerste stappen nodig zult hebben is het juiste geduld.
     
    Stap 6. Figuren lopen  

Lukt het eenmaal om het paard goed te laten stappen en stoppen over de hoefslag dan wordt het tijd om de hoefslag eens te verlaten. Daar waar onder het zadel mogelijk perfecte voltes worden gereden, zal het aan de lange teugel niet altijd meevallen. Variërend van amandeltjes tot mini en maxi voltes. Je kan ze allemaal meemaken. Maar met de juiste aanwijzingen en volharding komt het helemaal goed.
     
  Stap 7. De eerste zijgangen
 

Al snel kunnen we beginnen met een hele eenvoudige zijgang, zijnde de schouderbuitenwaarts. Niet alleen maakt deze oefening het leuk om met deze techniek bezig te zijn, het is ook nog eens heel goed voor het paard. Daarnaast leer je ook weer heel veel over het aannemen van de juiste positie en de juiste teugeldruk. Op zich lijkt de oefening eenvoudig, maar na een kleine onjuiste hulp staat je paard spontaan naar je toe gekeerd of verstrengeld in de lange teugel. Dan is natuurlijk de vraag hoe voorkom je dit.
     
 
Stap 8. Van stap naar draf en terug  
Nu het een en ander in stap is gelukt gaan we het wat moeilijker maken. Tijd om te gaan draven. Maar hoe vertel je, je paard, dat het geen vlieglessen dienen te worden. Welke commando's kun je hierbij gebruiken en welke hulpen.
Deze stap is voor veel paarden moeilijk (zeker bij de wat grotere paarden), want nu moeten ze een tempo aannemen dat vaak lager ligt dan onder het zadel.
Maar met de nodige oefeningen en juiste hulpen gaat ook dit lukken.
     
  Stap 9. Alles in draf    
Is het eenmaal gelukt om het paard in een rustige draf naast je te laten lopen, dan gaan we vervolgens de figuren die tot nu toe zijn geleerd in draf uitvoeren.
Om te beginnen zijn dit de voltes, hoefslag figuren en het van hand veranderen. Daarna kan ook de schouderbuitenwaarts al in draf worden uitgevoerd. Bij het draven zul je merken dat je positie ten opzichte van het paard sterk gaat variëren. Van voor naar achter en van links naar rechts.
     
 
Stap 10. Schouderbinnenwaarts  
De volgende oefening vraagt vaak veel geduld en zorgvuldigheid. Naar de mening van verschillende klassieke meesters is de schouderbinnenwaarts de hoeksteen van de dressuur. Hiermee leer je het paard op een juiste wijze zijn binnen achterbeen te gebruiken. Maar hoe zorg je er bij "Dressuur aan de lange teugel" voor dat het paard niet direct van de hoefslag komt. Bij de schouderbuitenwaarts hadden we nog een begrenzing middels de bakwand, maar bij de schouderbinnenwaarts hebben we geen begrenzing. En als het al lukt om het paard enige binnenstelling aan te laten nemen hoe zorgen we er dan vervolgens voor dat hij op 3 of 4 sporen gaat lopen.
     
  Stap 11. Appuyement    
De volgende zijgang is het appuyement. Het aanleren van deze oefening met behulp van de lange teugel blijkt in het algemeen niet heel lastig. Wat iets meer aandacht behoeft is de juiste uitvoering van deze oefening, zoals het niet wegvallen over de buitenschouder, voldoende diagonaal in de beweging en een juist ondertreden van het buitenachterbeen. Doordat je in dit geval naast het paard loopt kun je dit heel goed zien en met de juiste hulpen direct corrigeren.
     
    Stap 12. Travers  
 
     
  Stap 13. Renvers    
 
     
    Stap 14. Galop  
Was het bij het eerste aandraven al nodig het paard duidelijk te vertellen dat we geen vlieglessen wilde hebben, is dat bij het aanleren van de galop nog veel meer van toepassing. De eerste galopsprong kan er gemakkelijk voor zorgen dat het paard een enorme klap op het bit krijgt doordat hij plotseling te ver weg komt van de ruiter. Zaak dan ook dit heel gecontroleerd en zorgvuldig in te zetten. Het paard zal hiervoor eerst goed moeten kunnen verzamelen alvorens hij/zij een galop kan uitvoeren in een beloopbaar tempo.
     
  Stap 15. Passage en Piaffe